Lopend onderzoek 4 augustus 2020

Mannen met een 46,XX genotype en onbehandeld adrenogenitaal syndroom (AGS)

Inzicht krijgen in de hormoonhuishouding van adrenogenitaal syndroom (AGS).

Achtergrond:
Patiënten met AGS hebben een overproductie van mannelijke hormonen. Daarom kunnen meisjes met dit syndroom geboren worden met een vermannelijking van de geslachtdelen. Hierdoor kunnen sommige kinderen na de geboorte zelfs als jongetje worden aangegeven, terwijl ze wel een 46,XX chromosomen patroon hebben en vrouwelijke inwendige genitalia hebben. In Indonesië zijn negen mannen met klassieke AGS opgespoord die 46,XX chromosomen hebben en die zonder behandeling overleven. Wij hebben deze patiënten beschreven en verschillende hormonen gemeten in het bloed van deze mannen. Hierbij zijn de volgende hormonen gemeten: cortisol (stresshormoon), renine, mannelijke hormonen inclusief 11-oxyandrogenen (mannelijke hormonen specifiek voor de bijnier), en hormonen om de puberteit te onderzoeken. Wij willen in toekomstig onderzoek verder onderzoeken welke rol deze hormonen spelen in de functie van de bijnier.

 

Doelgroep: Negen mannelijke onbehandelde patiënten met klassieke AGS met 46,XX genen. De leeftijden waren tussen de 3 en 46 jaar oud.

 

Stand van zaken (of Resultaten, Discussie, Conclusie):

Resultaten: Alle patiënten hadden 's ochtends vroeg zeer  lage concentraties cortisol in hun bloed (gemiddeld 89 nmol/L) zonder stijging na een ACTH-test. Drie patiënten met zout-verliezende AGS hadden tot de leeftijd van 6 jaar af en toe insulten en/of braken, maar daarna niet meer. De andere patiënten hadden geen ernstige ziektes of ziekenhuisopnames, ondanks dat ze te weinig cortisol kunnen maken. Alle volwassen patiënten hadden testosteron spiegels binnen het normale bereik voor mannen. Bij de patiënten met AGS op basis van een 21-hydroxylase deficiëntie bestond 41-60% van hun totale hoeveelheid mannelijk hormonen uit een specifieke soort genaamd de 11-oxyandrogenen. Dit zijn mannelijke hormonen met een extra groepje, die specifiek uit de bijnier komen. Aan alle patiënten werd hydrocortison behandeling aangeboden, maar zij weigerden na uitleg omdat dit hun eigen productie van mannelijke hormonen zou verminderen en zij geen klachten hadden over hun lage cortisol niveaus. We denken dat dit komt omdat de voorloper stofjes lijken op cortisol. Alle patiënten kregen het advies om bij ziekte extra cortisol te gebruiken vanwege de reele kan op een bijnier crisis

Discussie: Dit is een unieke groep van negen onbehandelde klassieke AGS patiënten met 46,XX genen en een mannelijk uiterlijk. Zij hadden geen duidelijke tekenen van cortisol tekort, ondanks dat ze minder cortisol produceren en ze de productie niet kunnen verhogen tijdens stress. De beschreven mannen produceren net zo veel mannelijke hormonen als gezonde mannen. Veder onderzoek zal nog meer inzicht geven in de mechanismen waarom deze patienten zonder medicatei overleven

 

 

 

CAH research team Radboudumc, Nijmegen